e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenboog regenboog: rēͅgəbōx (Rekem) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje bui: buj  byj (Rekem) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: reͅgənə (Rekem) regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenpijp kandel: kaŋǝl (Rekem), kāŋǝl (Rekem), kandelbuis: kāŋǝlbys (Rekem) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenpijpen regenpijpen: reͅgəpipə (Rekem) regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3
regenworm piereling: pērəleŋk (Rekem), peͅrəlenk (Rekem), piering: pe:reͅŋ (Rekem), pērliŋ (Rekem, ... ), pêërink (Rekem), worm: wörəm (Rekem), wø͂ͅrm (Rekem), w‧oer-əm (Rekem) pier, aardworm [Willems (1885)], [ZND 14 (1926)], [ZND B2 (1940sq)] || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm [Willems (1885)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] || worm, alg. [ZND m] III-4-2
reis reis: merəgə kømp ər trek fan də rɛjs (Rekem) Morgen komt hij weer van de reis (terug). [ZND 08 (1925)] III-3-1
rek rek: rék (Rekem) Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)] III-2-1
rekening rekening: əch sal əm ən rēͅkənəŋ šĕkə (Rekem) Ik zal hem een rekening sturen. [ZND 07 (1924)] III-3-1
rente interest: ps. omgespeld volgens Frings.  eͅntreͅs (Rekem) Rente [intrest?] [N 21 (1963)] III-3-1