21487 |
stempelen |
doppen:
Slechts twee keer is een tegenstelling ontstaan tussen Nederlands-Limburg en de Voerstreek enerzijds, en Oud-Belgisch-Limburg anderzijds:
doppen (Q012p Rekem)
|
stempelen
III-3-1
|
19522 |
stenen pot, keulse pot |
pot:
pot (Q012p Rekem),
poͅt (Q012p Rekem)
|
een stenen pot (hard gebakken, blauwgrijs) [ZND 32 (1939)]
III-2-1
|
32971 |
stengel, steel |
stam:
stam (Q012p Rekem),
steel:
stīǝ.l (Q012p Rekem),
stengel:
stø.ŋkǝl (Q012p Rekem
[(in het bijzonder van de erwt)]
)
|
Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
25195 |
sterx |
ster:
star (Q012p Rekem)
|
ster [ZND 07 (1924)]
III-4-4
|
33444 |
steunsels in de bovenhoeken van een poort |
consoles:
konzǫls (Q012p Rekem)
|
In de bovenhoeken van een poort zijn soms ook paaltjes aangebracht om het kozijn te steunen of alleen maar ter versiering. Deze paaltjes zijn lichter dan die in de benedenhoeken. Enkelvoudige opgaven benoemen een van de steunpaaltjes aan weerskanten van een opening. Zie ook afbeelding 18.b bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42g]
I-6
|
20151 |
stiefdochter |
stiefdochter:
steefdochter (Q012p Rekem)
|
De dochter van een tweede man of vrouw (stiefdochter) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20340 |
stiefmoeder |
stiefmoeder:
stèfmōdər (Q012p Rekem)
|
stiefmoeder [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
20338 |
stiefouders |
stiefouders:
steefawwers (Q012p Rekem)
|
De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20339 |
stiefvader |
stiefvader:
stèfvādər (Q012p Rekem)
|
stiefvader [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
20342 |
stiefzoon |
stiefzoon:
steefzoon (Q012p Rekem)
|
De zoon van een tweede man of vrouw (stiefzoon) [N 115 (2003)]
III-2-2
|