30015 |
stijve mortel |
te stijf:
tǝ stīf (Q012p Rekem)
|
Metselmortel waar weinig water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
18014 |
stikken |
stikken:
stikke (Q012p Rekem),
stikken (Q012p Rekem)
|
Stikken: sterven door ademgebrek (stikken, verstikken) [N 106 (2001)]
III-1-2
|
34018 |
stilstaan |
hou:
ou̯ (Q012p Rekem)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|
17738 |
stinken |
stinken:
stinke (Q012p Rekem),
stinken (Q012p Rekem)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken , muffen) [N 108 (2001)]
III-1-1
|
24565 |
stinkende gouwe |
melkbloem:
mɛləkblōm (Q012p Rekem)
|
schelkruid [ZND 06 (1924)]
III-4-3
|
19708 |
stoel |
stoel:
stōl (Q012p Rekem),
st‧ol (Q012p Rekem)
|
stoel [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
21226 |
stoep |
luif:
løͅi̯f (Q012p Rekem),
open plek voor de voorgevel van een huis, tussen gevel en straat. In de kom van een dorp geeft men die naam aan een verlengde euzie van de achterkant van het huis, en aan de daardoor beschutte strook grond.
loejf (Q012p Rekem),
open plek voor het huis, tussen de voorgevel en de straatgoot
loejf (Q012p Rekem),
stoep:
stop (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem),
stoͅp (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem),
stup (Q012p Rekem),
optrede voor de ingangsdeur van eht huis, in metselwerk of cement
stop (Q012p Rekem)
|
stoep [ZND 07 (1924)], [ZND 12 (1926)], [ZND m] || stoep (voor het huis, langs de straat) [ZND B1 (1940sq)]
III-3-1
|
19857 |
stoep, trottoir |
luif:
løͅi̯f (Q012p Rekem),
stoep:
stop (Q012p Rekem),
stoͅp (Q012p Rekem)
|
stoep [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
18775 |
stof |
stub:
støp (Q012p Rekem)
|
stof [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
19430 |
stof afnemen |
stub vegen:
stöp vèègə (Q012p Rekem)
|
Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|