e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taai-taai taai-taai: ta.i-ta.i (Rekem) taai-taai [N 29 (1967)] III-2-3
taai-taaiplank vorm: vørǝm (Rekem) Plank die bij de taai-taaibereiding wordt gebruikt. Ten aanzien van de woordtypen die samengesteld zijn met peperkoek(s) zij opgemerkt dat het mogelijk is dat in de plaatsen waarvoor die opgaven gelden, de begrippen "peperkoek" en "taai-taai" samenvallen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''taai-taaideeg''. Wat betreft de woordtypen "speculaasvorm" en "speculatieplank" vermelden beide informanten dat het hier om een plank gaat die ook voor speculaasbereiding wordt gebruikt. [N 29, 91; monogr.] II-1
tabak toebak: dad es stɛrkən tŭbak (Rekem) dat is sterke tabak [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabak snuiven een snuifje pakken: snijfkə pakə (Rekem), toebak snuiven: e.a. opgaven  (tūbak) snuvə (Rekem) snuifje nemen [ZND 07 (1924)] || tabak snuiven [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabakspruim sjiek: sjik (Rekem) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Rekem, ... ) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] || een schoon tafel krassen (met een spijker, enz.) [ZND 28 (1938)] III-2-1
tak van een geslacht familie: femilie (Rekem) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)] III-2-2
takken (coll.) tak (mv.): tek (Rekem) takken, coll. [ZND 35 (1941)] III-4-3
takkenbos, bussel hout fascine (fr.): (= takkenbos, gebruikt om dijk te maken langs beek).  fəsilə}* (Rekem), schans: xa͂ns}* (Rekem) inventarisatie benamingen takkenbos, bussel takken en twijgen alnaargelang houtsoort of boslengte [N 27 (1965)] || takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
taling sarcelle (fr.): IPA, omgesp.  seͅrsəl (Rekem, ... ) eend: wintertaling (36 klein; bruine kop met groene wangen; broedt hier ook; roep [kruu, kruu] [N 09 (1961)] || eend: zomertaling (38 klein; bruine kop met witte wenkbrauw; broedt minder hier; roep ratelend [N 09 (1961)] III-4-1