19772 |
tuin |
hof:
hōͅf (Q012p Rekem),
ōͅf (Q012p Rekem)
|
hof [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)]
III-2-1
|
30191 |
tuinen |
tuinen:
tynǝ (Q012p Rekem)
|
Vlecht- en pleisterwerk herstellen of vernieuwen. Het lemma bevat algemene benamingen voor het herstelwerk aan vakwerk, maar ook termen die specifiek het repareren van het pleisterwerk ('bijplekken', 'bijklenen', 'plaasteren', etc.) of het aanbrengen van nieuw vlechtwerk ('hervitsen', 'opnieuw vitsen', etc.) aanduiden. Het woordtype 'tuinen' is ook in L 332, Q 28 en Q 98 bekend. Het wordt daar echter uitsluitend gebruikt voor het dichten van hagen of het afrasteren van weilanden. [N 4A, 53i]
II-9
|
24258 |
tuinfluiter |
schiet-in-t-vuur:
of misschien 14 (grauwe gors IPA, omgesp.
šīdeͅntfy(3)̄r (Q012p Rekem)
|
tuinfluiter (16 donkerder dan grasmus [045]; niet zo talrijk; in bosstruiken; nest graag in braamstruiken; roep hard [tek]; zang is lang, vrij laag en brobbelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
19749 |
tuinhuisje |
zomerhuisje:
zōməryskə (Q012p Rekem)
|
zomerhuisje (in de tuin) [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|
33542 |
tuinkervel |
kelver:
kelver (Q012p Rekem),
keͅ.ləvər (Q012p Rekem),
kervel:
kerəvəl (Q012p Rekem)
|
[Goossens 1b (1960)]kervel [ZND 01 (1922)]
I-7
|
30188 |
tuinmuur |
rijmuur:
rejmūr (Q012p Rekem)
|
Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d]
II-9
|
19466 |
turf |
turf:
turǝf (Q012p Rekem)
|
Met de benaming ''turf'' duidt men doorgaans een brok veen aan van een bepaalde vorm en grootte dat men door steken uit hoogveen of door baggeren uit laagveen verkrijgt. Verschillende bewerkingen worden op dat brok veen toegepast voordat het als brandstof kan dienen. Soms bedoelt men met ''turf'' veengrond of veen in het algemeen. [I, 1; monogr.]
II-4
|
20116 |
turfmolm |
houtworm:
hoͅu̯twøͅrəm (Q012p Rekem)
|
[ZND 01 (1922)]
I-7
|
33263 |
tweede klaversnede |
tweede schaar:
tweede schaar (Q012p Rekem)
|
Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
luiden:
lujə (Q012p Rekem),
trumpen:
het klept
ət tromp (Q012p Rekem)
|
Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] || Kleppen (de 2 maal luiden voor de H. mis). [ZND B2 (1940sq)]
III-3-3
|