e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitgeteld zijn uitgeteld zijn: (de koe is) ūǝt˲xǝtęlt (Rekem) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11
uitglijden uitglitschen (<du.): utglitšə (Rekem), uitlitsen: Zonder g of ch !  ūtletšə (Rekem), uitschampen: oetschaampe (Rekem), ūtšampə (Rekem), uitschuiven: oetgeschuuft (Rekem) uitglijden [ZND 24 (1937)] || uitglijden (b.v. over een aardappelschil) [ZND B2 (1940sq)] III-1-2
uitkomen uitkomen: ū.tkō.mǝ (Rekem) Het boven de grond uitkomen van het gekiemde zaadkorreltje. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit S 17] I-4
uitleggen (zoom) uitlaten: ūtlǭtǝ (Rekem) Een kledingstuk langer of ruimer maken door onderaan een zoom uit te leggen. [N 59, 191; N 62, 23b; MW] II-7
uitmaken wie mag beginnen kavelen: iərs solə vər kàvələ (Rekem), uittellen: oettèlle (Rekem) Hoe zeggen de kinderen, wanneer ze eerst willen zien wie mag beginnen, b.v. bij het knikkerspel? Vertaal dus en vul aan: We zullen eerst ... [ZND 26 (1937)] III-3-2
uitneembaar frontje plasje: [sic]  plaske (Rekem) frontje, uitneembaar ~ in de hals van een jurk [vestje, plastron] [N 24 (1964)] III-1-3
uitnodigen voor een begrafenis bidden: beien (Rekem), bɛ̄jə (Rekem) uitnodigen (voor begrafenis) [ZND 32 (1939)] III-3-1
uitschelden uitmaken: chetmaken (Rekem) Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)] III-3-1
uitslag onder de neus uitslag: oetslag (Rekem) Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast, uitslag, zweren). [N 107 (2001)] III-1-2
uitsliepen uitsliepen: ūtslipə (Rekem) Iemand uitslijpen (uitlachen door met de twee wijsvingers over elkaar te wrijven; wat wordt daarbij gezegd?) [ZND 06 (1924)] III-3-2