e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Remersdaal

Overzicht

Gevonden: 543
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kouter schank van de ploeg: ša.ŋk ˲van dǝr plǫx (Remersdaal) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraag kraag: kraag (Remersdaal) kraag [ZND 28 (1938)] III-1-3
krampig krampig: kręmpex (Remersdaal) Gezegd van een paard dat kramp in de benen heeft. Vooral als de paarden een tijdje gestaan hebben, zijn ze erg stijf in de achterpoten. Het paard gaat als een haan. Zie ook het lemma ''hanetred'' (7.29). [N 8, 94c] I-9
krassen schramen maken: chreummake (Remersdaal) krassen [ZND 01 (1922)] III-4-4
kreeft kreeft: ook in ZND 28, 048  kreft (Remersdaal) kreeft [ZND 01 (1922)] III-2-3
krentenbrood krentenbrood: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  korèntebroeët (Remersdaal) krentenbrood [ZND 28 (1938)] III-2-3
kreunen van de pijn kreumelen: kreumelt (Remersdaal) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
kreupel zijn (het is/staat) kreupel: krø̜pǝl (Remersdaal), kreupel paard: krø̜pǝl pēǝt (Remersdaal) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kribbebijter kribbebijter: krebǝbitǝr (Remersdaal) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
kruidwis kruidwis: kroetweesj (Remersdaal) kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2