e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Remersdaal

Overzicht

Gevonden: 543
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kuiltje (in de kin / wangen) kuiltje: kulche é geune baat (Remersdaal) een kuiltje in de kin [ZND 29 (1938)] III-1-1
kuiper kuiper: køpǝr (Remersdaal) Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.] II-12
kwaadspreekster klappei: klappoj (Remersdaal) vrouw die gaarne kwaadspreekt [ZND 29 (1938)] III-1-4
kwalijk nemen het verkeerd opnemen: ook materiaal znd 29, 19  verkiët (opgenome) (Remersdaal) kwalijk [ZND 01 (1922)] III-1-4
kwartel kwakkel: kwakkel (Remersdaal, ... ) kwartel [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
kweepeer kweenkpeer: kwengpèr (Remersdaal) [ZND 29 (1938)] I-7
kwezel kwezel: wat eun kwieëzel (Remersdaal), wat’ən kwiesel (Remersdaal) Wat een kwezel! [ZND 29 (1938)] III-3-3
kwispelstaarten kwispelen: kwĕspele (Remersdaal) kwispelstaarten [ZND 29 (1938)] III-2-1
laag grond laag: lôg (Remersdaal) laag (znw.) [ZND 29 (1938)] III-4-4
lage, natte zandgrond overvloten grond: i̯øvǝrvlōtǝ gront (Remersdaal) [N 27, 35; R 3, 5] I-8