20786 |
beurs, overrijp |
te rijp:
te riep (Q248p Remersdaal)
|
overrijp, murw [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
33843 |
bevend schudden met de huid |
razelen:
rāzǝlǝ (Q248p Remersdaal)
|
Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68]
I-9
|
20450 |
bidprentje |
doodsbeeldje:
dôedsbelsjə (Q248p Remersdaal)
|
De dialectnaam van het bidprentje (doodsbeeldeke, rouwprentje, gedachtenis [ZND 43 (1943)]
III-2-2
|
20830 |
bier |
bier:
beer (Q248p Remersdaal)
|
bier [ZND 27 (1938)]
III-2-3
|
33249 |
bietenloof, bladerkroon |
karotenblader:
karūǝtǝblār (Q248p Remersdaal)
|
De bladeren van de bietenplant. [N 12, 46; L 30, 34b; monogr.; add. uit N 12, 48]
I-5
|
33857 |
bij het stappen de hoeven naar buiten bewegen |
frans staan:
frans štǭ (Q248p Remersdaal),
zwemmen:
šwømǝ (Q248p Remersdaal)
|
In dit lemma staan ook de antwoorden op vraag N 8, 77: "met de hoeven naar buiten gekeerd staan". [N 8, 72, 75, 77, 78a en 86]
I-9
|
33861 |
bij het stappen de hoeven niet voldoende opheffen |
slepen:
šlēǝpǝ (Q248p Remersdaal)
|
[N 8, 80]
I-9
|
20280 |
bij onze buren hebben ze een baby gekregen |
daar hebben ze get braad:
cf. WNT s.v. "brade (I) - bra, braad, braai en daarnaast bred en bree"(een stuk vlees???)
dao haant ze get braod (Q248p Remersdaal)
|
Hoe zegt men: Bij onze buren hebben ze een baby gekregen [ZND 49 (1958)]
III-2-2
|
28407 |
bijenkorf |
bijenkaar:
bi-jǝkā.ǝr (Q248p Remersdaal)
|
Van roggestro of buntgras gevlochten korf voor bijen. Het houden van bijen in korven is de ouderwetse vorm, ook wel de vaste bouw genoemd. De kast heeft de korf tegenwoordig veelal vervangen. Men spreekt dan van losse bouw (De Roever, pag. 149). De korf werd meestal met dikke, brede windingen gevlochten van met de hand gedorst stro, bijeengehouden door Spaans riet of voorheen ook wel gespleten braamtakken of dennenwortels of soms wilgetakken. Er bestaat een grote verscheidenheid aan soorten korven: grote en kleine, hoge en lage, korven met één of twee vlieggaten, met en zonder spongaten die het voeren moeten vereenvoudigen. Voor al die korven geldt echter dezelfde bedrijfswijze als die met korven van het Drents model. De ronde strokorf van Drente heeft een doorsnede van ± 40 cm bij een ongeveer gelijke hoogte. Ter bescherming tegen koude en regen of ook wel ter versteviging van oude korven besmeert men de korf, hetzij van buiten hetzij van binnen, met leem of kleiaarde, vermengd met gerstekaf of koemest met as of kalk. Soms wordt de korf met bunt of smelen overdekt. [N 63, 2a; N 63, 1a; N 63, 8; L 1a-m; L 1u, 13; L 16, 7; S 3; JG 1a + 1b; Ge 37, 12; A 9, 4; N 40, 137; monogr.]
II-6
|
17652 |
bil |
bats:
bats (Q248p Remersdaal)
|
Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11]
I-9
|