e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Remersdaal

Overzicht

Gevonden: 543

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dinsdag dinsdag: deesdeg (Remersdaal) dag; dinsdag [N 07 (1961)] III-4-4
doel goal (eng.): Karte 169.  goal (Remersdaal) Tor des Fussballspiels. III-3-2
doelman keeper (eng.): Karte 170.  keeper (Remersdaal) Tormann. III-3-2
donker, duisterx donker: doonke (Remersdaal) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dopen weken: waeken (Remersdaal) indopen van het brood b.v. in de koffie: soppen [N 08 (1961)] III-2-3
dorst dorst: daŭwech (Remersdaal), chat  doëch (Remersdaal) dorst [ZND 30 (1939)] III-2-3
draaiende karnton bottervat: [botter]vat (Remersdaal), [botter]vāt (Remersdaal), draaivat: drīi̯ǝvāt (Remersdaal) De karnton wordt met een zwengel of een wiel zelf rondgedraaid. Deze ton, waarin de boter door draaien wordt gemaakt, draait zelf mee. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 51, 56 en 58; L 1a-m; L 27, 30 en 69; JG 1a, 1b, 1d, 2c; Ge 22, 10, 26, 29, 34 en 37; A 7, 19; S 17; monogr.] I-11
drachtige merrie veulmeer: vø̜̄lē̜r (Remersdaal) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9
draven draven: drāvǝ (Remersdaal) In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d] I-9
druilerig en koud weer nat (weer): nat (Remersdaal), nat en kouwelijk: nat en keuweleg (Remersdaal) kil [ZND 27 (1938)] || kil weer [ZND 27 (1938)] III-4-4