e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mond (spotnamen) muil: mul (Reppel) muil [ZND m] III-1-1
mondvol hap: ein hap (Reppel) hap (mondvol) (afbijten) [ZND 32 (1939)] III-4-4
monnik pater (lat.): alleen gebruikt  paater (Reppel) Een monnik. [ZND 31 (1939)] III-3-3
monnikskap duivelskoren: di-jvelskure (Reppel) monnikskap III-4-3
mopperen grommelen: de dial. assimilatie moet worden gezien onder invloed van o.a. gròmmele  gròmmele (Reppel) mompelen III-1-4
morsen knoeien: knuuje (Reppel) Morsen: met vuiligheid knoeien (morsen, knoeien, slabben, brassen) [N 108 (2001)] III-1-2
mosterd mosterd: moster (Reppel), mosterd (Reppel), mostert (Reppel) mostaar || mostaard || mosterd [ZND 31 (1939)] III-2-3
mot mot: mot (Reppel), ook in ZND 31, 038  mot (Reppel) mot [ZND 01 (1922)] || mot, vlindertje III-4-2
motregen, fijne regen motregen: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  motrèèngel (Reppel), neetsel: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  neetsel (Reppel), stofregen: stofreêgen (Reppel), van de kromme: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees). ps. wel vermeld op blz. 258: dèè kròmme rèèngel!  van dèè kròmme (Reppel) motregen, fijne regen || stofregen [ZND 38 (1942)] III-4-4
motregenen, licht regenen daar valt het van de kromme: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  doa viltsj van dèè kròmme (Reppel), neetselen: het neetselt (Reppel), neetsele (Reppel), stofregenen: het stofrêgent (Reppel) miezelen, motregenen || motregen, fijne regen || stofregenen [ZND 38 (1942)] III-4-4