e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
niet drachtig leeg: lē̜x (Reppel) [JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.] I-11
nietsnut luizenkloot: Ich verstoan neet, detter zich möt zuu eine lûzekluut wiltsj ophauwe  lûzekluut (Reppel), luizenkramer: Letterlijk  lûzekriêmer (Reppel) (marktkramer) van niks || vent van niks III-1-4
nieuwsgierig nieuwsgierig: nûwsjiêrig (Reppel) nieuwsgierig III-1-4
nieuwsgierigaard nieuwsgierige naas: ein nûwsjiêrige naas (Reppel) een nieuwsgierig iemand III-1-4
nijptang pitstang: petstaŋ (Reppel), trektang: tręktaŋ (Reppel) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] || In het algemeen een tang die vooral dient om spijkers uit te trekken en metaaldraad, spijkers, dun plaatmateriaal, e.d. af te knippen. Zie ook afb. 95 en het lemma ɛnijptangɛ in wld II.11, pag. 92-93. Het woordtype vlechttang is de benaming voor een nijptang die wordt gebruikt bij het verwerken van betonijzer. Deze tang heeft kleinere bekken en langere armen dan de nijptang. Zie ook het lemma ɛbetonijzerɛ in Wld II.9, pag. 47.' [N 53, 142a-c; N 53, 143; monogr.] II-11, II-12
nippen lepsen: Hèè zitsj al ein hauv oor aan zee pintsje te lepse  lepse (Reppel), siffen: Tantsje sifde effe aan hère koffie viêr te ki-jke es dèè neet te heit waas  siffe (Reppel) met kleine teugjes drinken || slurpen III-2-3
noodbed, kermisbed paljas: paljas (Reppel), pəljas (Reppel) noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)] III-2-1
nootmuskaat muskaat: mesjoat (Reppel), Het is een verbasterde vorm van mesjoat  besjoat (Reppel), In verbasterde vorm van mesjoat naar analogie met besji-jt  besjoat (Reppel), notemuskaat: nutebesjoat (Reppel) muskaat || nootmuskaat III-2-3
noten afslaan afhouwen: aafhouwen (Reppel) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
ochtend (vanmorgen ochtend: deze merge (Reppel) s morgens) [ZND 39 (1942)] III-4-4