e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sjalot sjarlot: šərloͅtə (Reppel) sjalotten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
sjees sjees: šis (Reppel) Licht en hoog tweewielig rijtuigje voor twee personen met een verstelbare kap. Er is geen aparte bok voor de koetsier. De sjees was voor rijke boeren vaak het voertuig waarmee ze onder meer naar de kerk of naar de stad gingen. De sjees is het bekendste tweewielige rijtuig, vandaar dat de benaming "sjees" ook wel vermeld werd als naam voor het tweewielig rijtuig in het algemeen. [N 17, 5; N 101, 1, 3, 4, 8, 15; N G, 51; L 1a-m; L 36, 70; S 18, 30; monogr] I-13
sla, algemeen salade: slaai (Reppel), slāi (Reppel) [Goossens 1b (1960)]sla I-7
slaan houwen: bont en blauw gehout (Reppel), bont en blauw gehuitj (Reppel) ze hebben hem paars en blauw geslagen (de echte dialectische uitdrukking opgeven) [ZND 40 (1942)] III-1-2
slachten slachten: slaxtǝ (Reppel) Doden van vee met de bedoeling het als voedsel te gebruiken. Wat het woordtype "dooddoen" betreft, merken verschillende informanten (in K 353, P 50, P 177, P 179, P 180, P 185) op, dat het verouderd is. [JG 1a + 1b + 2c: R 14, 231 add.; S 33; monogr.] II-1
slagroom slagroom: slaagruim (Reppel) slagroom III-2-3
slak slak: slek (Reppel) slak III-4-2
slappe koffie merenzeik: mèrezeik (Reppel) nogal slappe koffie of thee III-2-3
slecht groeien achterblijven: achter blieve (Reppel) Slecht groeien, gezegd van een kind (slecht groeien/wassen, achterblijven, dao zit de krot in, kooieren). [N 107 (2001)] III-1-1
slecht mens, slechte kerel gemenerik: gemeinerik (Reppel), onnutterik: onnuterik (Reppel), voyou (fr.): Fr. voyou Pas mè good op, want dèè vent is eine echte vejuw  vejûw (Reppel) Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)] || schurk, ploert III-1-4