19317 |
trots |
groots:
Ich bön bezinner griêts op di-j prestsie Loat dèè griêtse stinkerd mè luipe (meer pejoratieve bet.)
griêts (L358p Reppel),
wreed:
Waat waas zi-j vriêd op hère nûwe velo
vriêd (L358p Reppel)
|
blij, trots || grootsig, fier
III-1-4
|
19318 |
trotsheid |
grootsigheid:
Zuu ein kaal kakmedam stikt òmmes vanne griêtsigheid
griêtsigheid (L358p Reppel),
hovaard:
det kaal kakmadammeke stikt vannen huvaard (of: vanne huvèèrdigheid)
huvaard (L358p Reppel)
|
het laten blijken van het gevoel dat men méér is dan een ander(e) || hoogmoed
III-1-4
|
18083 |
tuberculose |
tering:
tering (L358p Reppel)
|
Tuberculose: infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil die vrijwel alle organen kan aantasten, meestal echter de longen (tering, teer, tbc, teebee). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
34289 |
tuieren |
tuieren:
tuieren (L358p Reppel)
|
Een koe of geit laten grazen aan een touw dat met een paal in de grond bevestigd is. Men doet dit om het af te grazen stuk grasland te beperken. [N 3A, 14h; N 14, 71; L 27, 5; A 17, 20; JG 1c, 2c; Vld.; monogr.]
I-11
|
34293 |
tuierpaal |
tuier:
tīi̯ǝr (L358p Reppel),
tuierpaal:
tuierpaal (L358p Reppel)
|
De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71]
I-11
|
33506 |
tuinbonen |
paardsbonen:
pèèrsbuun (L358p Reppel)
|
veldboon
I-7
|
33542 |
tuinkervel |
kervel:
keͅ.rəvəl (L358p Reppel)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
20746 |
tulband |
brioche (fr.):
briosj (L358p Reppel)
|
tulbandkoek
III-2-3
|
33263 |
tweede klaversnede |
tweede schaar:
tweede schaar (L358p Reppel)
|
Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
trumpen:
trimpt (L358p Reppel)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|