e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doffer, mannelijke duif hoorn: soms  hore (Reppel), mannetje: menke (Reppel) duif, mannetje [ZND 39 (1942)] III-4-1
domme man limpes: himpus (Reppel), Wellicht heeft het te maken met lòmp  limpus (Reppel) dommerik III-1-4
donderbeestje donderbeestje: dònnerbiêsje (Reppel) donderbeestje III-4-2
donderwolk donderwolk: donnerwuik (Reppel) donderwolk [ZND 33 (1940)] III-4-4
donderx donder: doͅndər (Reppel, ... ) donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
donker worden, duisteren de avond valt: den ovend vilt (Reppel) Hoe heet de schemering (de tijd voor het donker wordt) ? [ZND 42 (1943)] III-4-4
dons, nestveren duivelshaar: di-jvelshoar (Reppel), dievelshaar (Reppel) dons [ZND 35 (1941)] || donshaar bij jonge vogels III-4-1
dood (bn.) dood: doojt (Reppel) dood; de jongen die gisteren van het dak is gevallen, is nu - [ZND 46 (1946)] III-2-2
doodkist doodskist: znd 33, 38;  dootskist (Reppel) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodskist doodskist: znd 33, 38;  dootskist (Reppel) Doodkist. [ZND 33 (1940)] III-3-3