e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

Gevonden: 2002
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doof doof: douf (Reppel) doof [ZND m] III-1-1
doofpot amertenpot: Bij het ichtere rookten de mannen hun pijp bij het haardvuur en de vrouwen hadden bij het breien de oamertepot tussen de voeten  oamertepot (Reppel), hoeielpot: Dus een beenverwarmer  hûjelpot (Reppel) een aarden pot gevuld met gloeiende sintels die op de vloer tussen de voeten gezet werd || Een gesloten aarden pot waarin nog nagloeiende sintels liggen III-2-1
doofstom doofstom: doufstom (Reppel) Hij is doofstom [ZND 33 (1940)] III-1-1
dooier doren: dūi̯ǝ.rǝ (Reppel) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopsuiker doopsuiker: destijds werd die door de meter van het kind uitgeworpen voor al de kinderen  duipsòkker (Reppel), klitsje: weleer was het de gewoonte bij een doopsel "klitskes"te gooien voor de verzamelde buurtjeugd  klitske (Reppel) doopsuiker || doopsuikerboontje III-2-2
door elkaar, verward dooreen: (betekent ook: gemiddeld). duurein gepakt.  duurein (Reppel) door elkaar, verward III-4-4
door zwangerschap gedwongen huwelijk moetens: motes (Reppel) gezegd van een paar dat "moet"trouwen III-2-2
doorn, stekel doorn: dèèr (Reppel) doorn III-4-3
doornappel duivelskoren: di-jvelskure (Reppel) doornappel III-4-3
dorp dorp: derəp (Reppel) dorp [ZND m] III-3-1