e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

Gevonden: 5384
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaiguts draaibeitel: drɛjbęjtǝl (Reuver) De holronde beitel die tijdens het draaien wordt gebruikt voor het aanbrengen van profielen op de naaf. De draaiguts rust daarbij op de leunspaan van de draaibank. Zie ook afb. 183. [N G, 26b; N 53, 39e] II-12
draaikolk draaikolk: drej kolk (Reuver), drejkolk (Reuver) kolk, plaats in water waar een snel ronddraaiende stroom is die voorwerpen kan meeslepen en naar beneden trekken [willing, wieling, waal, wolf, draaipol] [N 81 (1980)] III-4-4
dracht, drachtig zijn dracht: drach (Reuver) Hoe noemt u de dracht van honden, katten, konijnen etc. (kipsel) [N 83 (1981)] III-4-2
draden of randen van peulvruchten pijzen: paeze (Reuver) [N Q (1966)] I-7
dragen dragen: drage (Reuver), dràgə (Reuver) dragen [DC 02 (1932)] III-1-2
dragen, gezegd van ijs dragen: drage (Reuver), houden: haaje (Reuver), sterk ijs: sjterk (Reuver) dragen gezegd van ijs waarop men kan lopen [lijden, helen, houden] [N 81 (1980)] III-4-4
drager van de doodskist drager: drager (Reuver), dreger (Reuver) een drager van de lijkkist [dreëjer] [N 96D (1989)] III-2-2
drager van het baldakijn hemeldrager: hemeldraeger (Reuver) Een drager van de troonhemel [himmelsdreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drager van het kerkvaandel vaandrager: vaandrèèger (Reuver) De drager van het vaandel [vanedreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drank drank: drànk (Reuver), drinken: drinke (Reuver), drinkə (Reuver) drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)] III-2-3