e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dunne sjaal dunne das: dunne das (Reuver) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
durfal frech-lap: vreklap (Reuver), frechlap (<du.): vrèklap (Reuver), waaghals: waoghals (Reuver) heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] || iemand die alles durft te doen [kadee, mannekeskneuter, durfal] [N 85 (1981)] III-1-4
durven durven: (h.d. in hölle).  dörven (Reuver), lef hebben: lef höbbe (Reuver) durven [SGV (1914)] || heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)] III-1-4
dutje lichte slaap: lichtə sjlaop (Reuver), slaapje: sjleupke (Reuver) Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)] III-1-2
duur duur: duur (Reuver), dūūr (Reuver) veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)] III-3-1
duwen duwen: duujen (Reuver) duwen [SGV (1914)] III-1-2
dwangbuis dwangbuis: dwangbuus (Reuver) een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalk biels: biels (Reuver, ... ) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsdoorsnede doorsnede: dōršnēj (Reuver) Een getekende, dwarse doorsnede van een werkstuk, bijvoorbeeld van een meubel. [N 53, 205d] II-12
dwarsdrijven dwarsdrijven: dwarsdrīēve (Reuver) dwarsdrijven [SGV (1914)] III-1-4