24043 |
eerste mis van de neomist |
eerste mis:
ierste mis (L299p Reuver),
ieêrste mis (L299p Reuver)
|
De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21564 |
eerste opbod |
inzet:
Opm. openbare verkoping = verkaup.
inzat (L299p Reuver)
|
de eerste verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij bij opbod wordt geboden [den inzet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
29027 |
eerste pas |
eerste pas:
īrstǝ pas (L299p Reuver)
|
De eerste, ruwe pas waarvoor het colbert geheel in elkaar moet worden geregen zonder voering. Volgens de informant van K 361 is er maar één pas. [N 59, 76a]
II-7
|
24972 |
eerstvolgend, ernaast |
neven:
naeve (L299p Reuver)
|
eerstvolgend, direct op een genoemde volgend [naast] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20520 |
eetbare slak |
slek:
sjlek (L299p Reuver)
|
slak; Hoe noemt U: Een eetbare slak (karakol, kreukel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19952 |
eetketel |
etensketel:
ē̜tǝskē̜tǝl (L299p Reuver)
|
Etensketel waarin de warme maaltijd voor de steen- en pannenbakkers werd gebracht, bestaande uit twee of drie pannen die door een handvat met elkaar verbonden waren. In L 270 werd een dergelijke dubbelketel met warm eten ɛs middags meestal door kinderen naar de kleiput gebracht.' [N 98, 12; monogr.]
II-8
|
19571 |
eetlepel |
eetlepel:
aetlaepel (L299p Reuver)
|
lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
23912 |
eeuwig |
eeuwig:
ieëwig (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
Eeuwig [ieëweg, èwwig]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33709 |
egaliseren |
gelijkmaken:
gǝlīkmākǝ (L299p Reuver)
|
De grond met de schop egaliseren, al spittend gelijkmaken. [N 27, 11]
I-8
|
24430 |
egel |
stekelvarken:
stekelverken (L299p Reuver),
stikkelverke (L299p Reuver)
|
egel [DC 04 (1936)], [SGV (1914)]
III-4-2
|