e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fooi drinkgeld: drinkgelt (Reuver), fooi: foej (Reuver), fōēəj (Reuver) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
fopspeen fopspeen: fopsjpieën (Reuver) fopspeen; hoe heet in uw dialect de fopspeen die men kleine kinderen in de mond stopt om ze stil te krijgen [DC 43 (1968)] III-2-2
franciscaan bruine pater (lat.): broene pater (Reuver), broeêne pater (Reuver), franciscaan: franciskaan (Reuver) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
franje franjel: fraanjel (Reuver), fraanjels (Reuver), frānjǝl (Reuver) franje [SGV (1914)] || Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
freesbank, freesmachine freesmachine: frē̜smǝšin (Reuver) Een werkbank waarop freeswerkzaamheden worden uitgevoerd. De freesbank bestaat uit een verstelbare tafel en een as waarop een frees, een cirkelvormige stalen schijf met fijne inkervingen of tanden, kan worden vastgezet. Wanneer de frees draait snijden de tanden of inkervingen zeer kleine spanen van het te bewerken metalen voorwerp af totdat dit de vereiste vorm heeft gekregen. Het werkstuk rust daarbij op de tafel. [N 33, 350a; monogr.] II-11
freesmachine frees: frē̜s (Reuver) Machine, bestaande uit een metalen frame waarop een verticale as is aangebracht die voorzien is van een aantal beiteltjes. Met de freesmachine kunnen inkervingen in het hout worden aangebracht. Ze wordt ook gebruikt om bepaalde profielen in het hout aan te brengen en is dan vaak de vervanger van de profielschaven. Zie ook afb. 56. [N 53, 86a; monogr.] II-12
fret fret: fret (Reuver, ... ) fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)] III-4-2
frezen frezen: frē̜zǝ (Reuver) Het hout met behulp van de freesmachine bewerken. [N 53, 109a; monogr.] II-12
fris weer nogal koud: nogal kaad (Reuver), ozelig: oozelìeh (Reuver), tamelijk koud: tamelijk kaad (Reuver) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fronsen fronsen: fronse (Reuver), frônsə (Reuver), rimpelen: rumpələ (Reuver) Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)] III-1-1