24458 |
hermelijn |
hermelijn:
hermelien (L299p Reuver)
|
hermelijn, grote wezel [ZND 48 (1954)]
III-4-2
|
17779 |
hersenen |
hersens:
herses (L299p Reuver)
|
hersenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
25576 |
het deeg op de werkbank verdelen |
afsnijden:
āfšni-jǝ (L299p Reuver)
|
Het verdelen van het deeg in stukken die, eenmaal gevormd en gebakken, de bepaalde broodvorm met het bepaalde gewicht zullen geven. De bij deze vraag opgegeven woordtypen "afwagen", "wagen", "afwegen", zijn overgebracht naar het lemma ''deeg afwegen''. [N 29, 32a; N 29, 30b; monogr.]
II-1
|
23802 |
het doopwater wijden op paaszaterdag |
wijwater halen:
wiewater haole (L299p Reuver)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23742 |
het heilig hartbeeld laten introniseren |
intronisatie (<fr.):
intronisatie (L299p Reuver)
|
Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23990 |
het heilig oliesel ontvangen |
heilige olie krijgen:
heilige aolie kriege (L299p Reuver),
oliesel krijgen:
ôliesel kriege (L299p Reuver)
|
Het H. Oliesel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24058 |
het heilig oliesel toedienen |
oliesel toedienen:
ôliesel toedeene (L299p Reuver)
|
Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32133 |
het meubelstuk met spijkers beslaan |
beslaan:
bɛšlǭn (L299p Reuver)
|
Het meubelstuk ter versiering met spijkers beslaan. [N 53, 152f]
II-12
|
23609 |
het misboek omdragen |
boek omdragen:
book omdrage (L299p Reuver),
het boek omdragen:
et book omdrage (L299p Reuver)
|
Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23983 |
het schuifje krijgen |
geen absolutie (<fr.) krijgen:
gene absolutie kriege (L299p Reuver)
|
Het gebruik om het schuifblad in de biechtstoel te sluiten wanneer de biecht wordt uitgesteld en de biechteling niet geholpen kan worden omdat er redenen zijn om aan het berouw of aan het vervullen van de voldoening te twijfelen [het deurken/vensterken kr [N 96D (1989)]
III-3-3
|