e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krijgen krijgen: kriegen (Reuver) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krijgertje spelen nalopertje spelen: naoluiperke (Reuver) Het spel waarbij één kind anderen tracht in te halen en dan te tikken, waarna de getikte weer de vangman is (ook op dit spel bestaan talloze varianten; misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld werd) [letsen, hets geven, hetske jagen [N 88 (1982)] III-3-2
krijsen krijsen: kriese (Reuver), krîêse (Reuver) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1
krioelen krioelen: krioele (Reuver), wemelen: weemələ (Reuver) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kroep kroep: kroep (Reuver), krŏĕp (Reuver) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)] III-1-2
kroeshaar spoeshaar: sjpōēshaor (Reuver) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krols loops: løͅi̯ps (Reuver) loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)] III-2-1
krom, met bochten krom: kromp (Reuver), krŏŏmp (Reuver), krômp (Reuver) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom [SGV (1914)] III-4-4
krommen krommen: krŏŏmmen (Reuver) krommen [SGV (1914)] III-4-4
krommen, ombuigen buigen: buige (Reuver), buigə (Reuver), krommen: krŏŏmmen (Reuver), ombuigen: ŏŏmbuigen (Reuver) krommen [SGV (1914)] || Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)] || ombuigen [SGV (1914)] III-1-2