| 18552 |
lange smalle broekzak |
tas voor de duimstok:
tes veur de doem sjtok (L299p Reuver)
|
lange smalle zak op broekspijp (voor mes, duimstok etc.) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
| 24906 |
lange tijd |
lange tijd:
lange tiëd (L299p Reuver)
|
een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 24418 |
langpootmug |
hommel:
WLD
hómməl (L299p Reuver),
mug:
muk (L299p Reuver)
|
Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 20751 |
langwerpig wittebrood |
witte weg:
Nieuwe [spelling]
(witte) wek (L299p Reuver)
|
Langwerpig wittebrood (peel?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 25079 |
langzaam, traag |
langzaam:
lankzaam (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] || langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 18222 |
lap |
lap:
lap (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
lap sjtōf (L299p Reuver)
|
Hoe noemt U: een lap stof [N 62 (1973)] || sterke doek of stof [lap, vel, lel, del] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 18346 |
lap op een schoen |
lap:
lap (L299p Reuver),
stuk:
sjtuk (L299p Reuver)
|
lap op een schoen, stukje leer waarmee het bovenleer wordt gerepareerd [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 28836 |
lap stof |
lap stof:
lap štōf (L299p Reuver)
|
Een lap of stuk stof. [N 62, 71b; MW]
II-7
|
| 31291 |
lasapparaat |
lasapparaat:
las˱apǝrāt (L299p Reuver)
|
In het algemeen een toestel om te lassen. Zie ook de toelichting bij het lemma "wellen, lassen". Met de meer algemene woordtypen lasapparaat, schweissapparat (d.) en laspost zal wel vaak een autogeen lasapparaat bedoeld worden. Zie ook afb. 42. [N 33, 188-189; monogr.]
II-11
|
| 31292 |
lasbrander |
lasbrender:
las˱brɛnjǝr (L299p Reuver)
|
Lasapparaat dat bestaat uit een metalen buis met tuitvormig mondstuk en twee toevoerleidingen, één voor de brandstof en één voor het verbrandingsmiddel (meestal zuurstof). Als brandstof kan waterstof, lichtgas of acetyleengas worden gebruikt. Zie ook afb. 43. [N 33, 190; monogr.]
II-11
|