e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
navelbandje navelbandje: `n navelbendje (Reuver) navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] III-2-2
neef neef: neen  nèf (Reuver) neef; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van neven (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achterneven?) [DC 05 (1937)] III-2-2
neet, luizenei luizenei: loēzeei (Reuver), neet: neet (Reuver) neet [SGV (1914)] || neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
negenoog negenoger: neegəuigər (Reuver), negenoog: negenaug (Reuver), negenoug (Reuver) negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] || Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] III-1-2
nek keel: kèl (Reuver), nek: nek (Reuver, ... ) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nemen, pakken nemen: nemen (Reuver) nemen [SGV (1914)] III-1-2
neomist neomist (<gr.): neomist (Reuver), pas gewijd (volt. deelw.): pas gewied (Reuver) Een pas gewijde priester, Neomist. [N 96D (1989)] III-3-3
nerf van een blad nerf: WBD / WLD  nerf (Reuver) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest bocht: boŏcht (Reuver), bucht (Reuver), nest: nèst (Reuver), nèster (Reuver) nest [SGV (1914)] || nesten (mv.) [SGV (1914)] III-4-1
nest, hoeveelheid jongen bocht: boch (Reuver), nest: WLD  nes (Reuver) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2