e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paardezuring zuring: WLD  zuuring (Reuver) Paardezuring (rumex aquaticus). De onderste bladeren zijn aan hun voet, bij de bladsteel, diep ingesneden (hartvormig). De bloemdekslippen, die de vruchtjes omgeven, hebben geen van alle een knobbeltje aan hun voet. De onderste bladeren hebben een iets op [N 92 (1982)] III-4-3
paardsknecht, eerste knecht paardsknecht: pɛ̄rs[knecht] (Reuver) Bij grote bedrijven was er vaak een eerste en een tweede paardsknecht; de eerste ploegde, egde, enz.; de tweede deed meer het vuile werk: mest rijden, stallen schoonmaken enz. (L 322). Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1a; monogr.] I-6
paars, violet paars: paars (Reuver) paars [SGV (1914)] III-4-4
paasavond paasavond: poasch oavend (Reuver) paaschavond [SGV (1914)] III-3-3
paasbiecht paasbiecht: paosbiech (Reuver), pasen: pôse (Reuver) De Paasbiecht. [N 96D (1989)] III-3-3
paaseieren zoeken paaseieren rapen: paoseier rape (Reuver), rapen: rape (Reuver), zoeken: zeuke (Reuver) Het gebruik om paaseieren te zoeken/rapen op Paaszaterdag, wanneer de uit Rome teruggekeerde klokken geluid hebben. [N 96C (1989)] III-3-2
paaskaars paaskaars: paoskaers (Reuver, ... ) De op Paaszaterdag gewijde kaars, de Paaskaars [oeësterkeëts, poaësjkeëts]. [N 96C (1989)] III-3-3
paaszaterdag paaszaterdag: paoszaoterdig (Reuver, ... ) Goede Zaterdag, Paaszaterdag [Kaarzamstiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
pacht? pacht: pach (Reuver) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtboer pachter: pęxtǝr (Reuver) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6