e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
penboor geleidpen: gǝlęjpęn (Reuver) Boorijzer waarvan de schacht uitloopt in een cilindervormige pen. Aan beide zijden van de pen bevinden zich twee loodrecht op de booras staande snijvlakken. De boor wordt gebruikt om een bestaand boorgat groter te maken. De pen van de boor wordt daartoe in het voorgeboorde gat geplaatst. Zie ook afb. 113. [N 33, 146] II-11
pendule klok: klok (Reuver) Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)] III-2-1
penis koekoek: Kindertaal (soms onschuldig.  koekoek (Reuver), lid: lid (Reuver), piemel: piemel (Reuver, ... ), piemêl (Reuver), pin: Plat.  pin (Reuver), pisser: pisser (Reuver), zeikerd: Plat.  zijkerd (Reuver) [N 10c (1961)] [N 10c (1995)]mannelijke geslachtsorgaan [gemach, gemaacht] [N 10c (1961)] III-1-1
penitentie penitentie (<lat.): penitentie (Reuver, ... ) Penitentie. [N 96D (1989)] III-3-3
pennenmachine, pennenbank pennenbank: pęnǝbaŋk (Reuver) Werktuig waarop de pennen voor een pen-en-gatverbinding machinaal worden gemaakt. Zie ook afb. 127 en het lemma ɛpen-en-gatverbindingɛ.' [N 53, 231a] II-12
peper peper: pèpər (Reuver, ... ) peper [DC 03 (1934)] III-2-3
periode van de ijsheiligen ijsheiligen: iesheilige (Reuver) De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)] III-3-2
persbok persbok: pɛrsbuk (Reuver), strijkplank: štrīkplaŋk (Reuver) De persbok is een strijkplank op een standaard geschikt om moeilijk bereikbare naden, bijv. schoudernaden, open te strijken. Ook armsgaten kan men er op openpersen. De informant van Q 83 merkt op dat men de persbok gebruikt voor het strijken van de mouw en het borststuk van het jasje en het zijstuk en de tussenbeennaad van de broek. De informant van L 416 vermeldt dat de persbok wordt gebruikt ø̄om plat te drukkenø̄. De informant van Q 88 zegt de persbok in het geheel niet te gebruiken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ.' [N 59, 19b] II-7
persen kneden: knējǝ (Reuver), persen: pęrsǝ (Reuver), strijken: štrīkǝ (Reuver), stuiken: štūkǝ (Reuver) De klei tot rechthoekige blokken samenpersen. [monogr.] || Het persen van de stof met een zwaar ijzer. [N 59, 77; monogr.] II-7, II-8
persijzer persijzer: pɛrsīzǝr (Reuver) Zwaar strijkijzer dat wordt gebruikt van het begin tot het einde van elk werkstuk en één van de meest onmisbare benodigdheden van de kleermaker is. Enkele van de belangrijkste handelingen die men met het persijzer verricht, zijn: het krimpen van de stof alvorens men aan het werkstuk begint, het open- en platpersen van naden, het dunpersen van de voorkanten, het afpersen en afglanzen van gereed zijnde werkstukken (Papenhuyzen III, pag. 10-11). Het gewicht van de persijzers varieert meestal van 5 tot 9 kg. De informant van K 361 vermeldt dat men vroeger het houtskoolijzer of het ijzer met losse bouten erin gebruikte. Later ging men het elektrische persijzer gebruiken. Ook de informanten van L 330 en Q 15 gebruiken een elektrisch persijzer. Zie voor diverse pers- of strijkijzers afb.17. [N 59, 20; monogr.] II-7