e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
postkoets autobus: autobus (Reuver), bus: bus (Reuver) een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)] III-3-1
postzegel postzegel: poszegel (Reuver) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] III-3-1
poten poten: pǭtǝ (Reuver), zetten: zetǝ (Reuver) In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5
potlood potlood: potloëd (Reuver), potlōēt (Reuver) een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)] III-3-1
potsachtig scherp: sjérp (Reuver) lachwekkend, met minder fijnzinnige humor [grollig] [N 85 (1981)] III-1-4
potten? potten: pottə (Reuver) op zijn geld zitten; nauwelijks iets uit willen geven [potten, ponken] [N 89 (1982)] III-3-1
pottenbakker pottenbakker: pǫtǝbɛkǝr (Reuver) Ambachtsman die uit klei potten en ander aardewerk vervaardigt. De woordtypen pottenman (Q 95, Q 193) en aardewerker (Q 95) werden in de betreffende plaatsen gebruikt voor een arbeider in een aardewerkfabriek. [L 34, 20; A 45, 34; N 49, 60a; monogr.] II-8
praatje praatje: prèùtjəs (Reuver), prötje (Reuver) een waarschijnlijk onwaar bericht [praatje, praat, spraak, mare] [N 87 (1981)] III-3-1
predikant predikant (<lat.): predikant (Reuver), preker: praeker (Reuver) De predikant, prediker, degene die de preek houdt. [N 96B (1989)] III-3-3
preek preek: praek (Reuver, ... ) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3