e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schort zonder borststuk korte scholk: korte sjolk (Reuver) voorschoot, werkschort zonder borststuk scholk, skolk, veuring, veurik, sloep, sloof, slopschorteldoek] [N 24 (1964)] III-1-3
schortenbont cotonnade: katǝnāt (Reuver), scholkenbont: šǫlkǝbonjtj (Reuver) Bonte stof voor schorten, meestal van katoenen stof. [N 62, 86; N 62, 98; N 59, 201; MW; monogr.] II-7
schortvol schotenslip: sjōēwtəsjlöp (Reuver) de hoeveelheid die men in één keer in zijn schort kan vervoeren [schoot, schortvol, slip] [N 91 (1982)] III-4-4
schot schot: sjeut (Reuver) schot [SGV (1914)] III-3-1
schotel schotel: #NAME?  sjotel (Reuver), vleesschotel: Neen. Wel voor gebraden of gesneden vlees op tafel op te dienen: de vleissjotel.  vleissjotel (Reuver) schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schotel; inventarisatie van \"schotel\"als ijzeren voorwerp waarin men iets kan braden [N 20 (zj)] III-2-1
schoteltje schoteltje: sjötelke (Reuver), teldertje: telderke (Reuver) schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)] III-2-1
schouder schouder: de sjouwers ophaole (Reuver), sjouwer (Reuver) schouder [SGV (1914)] || schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-1
schouderblad schouderblad: sjouwerblaad (Reuver), sjouwərblāāt (Reuver) Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft). [N 84 (1981)] III-1-1
schoudermantel met capuchon schoudermantel met capuchon (fr.): sjouwermantjel met kappesjon (Reuver) schoudermantel met capuchon [N 59 (1973)] III-1-3
schoudermanteltje pelerinetje (<fr.): pelerienke (Reuver) schoudermanteltje [pelderien, pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3