e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taaie pannenkoek leren thijs: Nieuwe [spelling]  laere ties (Reuver) Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taaien ijs kraken: īsj krākə (Reuver), kapot (bn.): kepot (Reuver) IJs stuk maken door er steeds overheen te lopen [taaien]. [N 88 (1982)] III-3-2
taal taal: taal (Reuver), táál (Reuver) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taart taart: taart (Reuver), Nieuwe [spelling]  taart (Reuver) taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tabak toebak: tobak (Reuver) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabakspruim pruim: proem (Reuver), prôêm (Reuver), pruimpje: pruumke (Reuver) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap zever: zeivər (Reuver) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): tabernakel (Reuver, ... ) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: taofel (Reuver, ... ) tafel III-2-1
tafelgebed beden voor en na het eten: baeje veur en nao et aete (Reuver), baeje veur en nao et ete (Reuver) Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)] III-3-3