18127 |
tetanus |
klem:
klem (L299p Reuver)
|
Tetanus: ziekte waarbij een verstijving van de spieren optreedt, die begint bij de kauwspieren en zich dan uitspreidt over de rompspieren (klem). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19347 |
tevreden; tevredenheid |
content:
bön mer content! (L299p Reuver),
plezier:
plazeer (L299p Reuver),
plezeer (L299p Reuver)
|
Hoe zegt men: Wees maar tevreden, jij! [N I (1964)] || tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19554 |
theelepeltje |
suikerlepeltje:
sokkerlaepelke (L299p Reuver),
theelepeltje:
thiēlaepelke (L299p Reuver)
|
lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || theelepeltje (suikerlippelke) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19516 |
theepot |
theepot:
thiepot (L299p Reuver)
|
pot waarin thee wordt gezet [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19781 |
thuis |
thuis:
toes (L299p Reuver)
|
thuis [SGV (1914)]
III-2-1
|
23726 |
tientje van de rozenkrans |
tientje:
tientje (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23693 |
tijdelijke aflaat |
tijdelijke aflaat:
tiedelijke aaflaot (L299p Reuver)
|
Een tijdelijke aflaat. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22230 |
tijdverdrijf |
tijdkorting:
tiedkorting (L299p Reuver)
|
tijdkorting [SGV (1914)]
III-3-2
|
22855 |
tijger |
tijger:
tieger (L299p Reuver)
|
tijger [SGV (1914)]
III-3-2
|
34647 |
tilbury |
tilbury:
telbøri (L299p Reuver)
|
Tweewielig rijtuigje, meestal zonder kap, voor twee personen, dat door één paard getrokken wordt. De tilbury is lager dan de sjees. Er is geen aparte bok voor de koetsier. Af en toe is dit ook een meer algemene benaming voor een klein rijtuigje. [N 17, 5, add; N 101, 1 + 6-8; N G, 51, monogr]
I-13
|