23312 |
vespers |
lof met vespers (<lat.):
lof met vespers (L299p Reuver),
vesper (lat.):
vesper (L299p Reuver)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18277 |
vest |
vesting:
vesting (L299p Reuver),
vestje:
vesje (L299p Reuver),
wal:
wal (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
wambuisje:
waemeske (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
wêmeske (L299p Reuver)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || het vest [N 59 (1973)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3, III-3-1
|
28727 |
vestenmaker |
vestjesmaker:
vɛšǝsmē̜kǝr (L299p Reuver)
|
Kleermaker die vooral vesten maakt. De woordtypen jassenmaker, jasmaker, confectioneur en stukwerker duiden erop dat deze persoon niet enkel vesten maakt. [N 59, 195a]
II-7
|
18533 |
vestzakje |
vestjestasje:
vesjesteske (L299p Reuver),
wambuistasje:
waemesteske (L299p Reuver, ...
L299p Reuver)
|
het zakje in het vest [N 59 (1973)] || vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34274 |
vetmesten |
mesten:
mɛstǝ (L299p Reuver)
|
Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̜lǝ (L299p Reuver)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
23910 |
vier uitersten |
vier uitersten:
veer uuterste (L299p Reuver)
|
De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25284 |
vierdel, maat van 125 gram of kwart pond |
vierdel:
veerèl (L299p Reuver)
|
de maat die een gewicht aangeeft van 125 gram, dat is 1/4 pond [verrel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20574 |
vieruursboterham |
koffiedrinken, het -:
kóffie drinke (L299p Reuver),
kóffiedrinke (L299p Reuver),
boeren
kofīdriŋkə (L299p Reuver),
fabrieksarbeiders
kofīdriŋkə (L299p Reuver, ...
L299p Reuver),
namiddag
koffie drinke (L299p Reuver)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur 30 [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
31874 |
viervlakmachine |
vierzijdige vlakbank:
vērzęjdegǝ vlak˱baŋk (L299p Reuver)
|
Schaafmachine waarmee het hout aan vier zijden tegelijkertijd geschaafd kan worden. Elk van de vier zijden van deze machine kan worden uitgeschakeld, om bepaalde kanten van het hout onbewerkt te laten (Quickenborne, pag. 109). Zie ook afb. 55. [N 53, 85d]
II-12
|