e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
woonwagen kermiswagen: kermiswagən (Reuver), woonwagen: woënwage (Reuver) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2
woord woord: woard (Reuver) woord [SGV (1914)] III-3-1
wormstekig aangestoken: WBD / WLD  aangesjtaoke (Reuver, ... ), gewormd: gewormp (Reuver, ... ) Door wormen aangetast, gezegd van fruit (wormstekig, gemaaid, vermaaid, verpielt, meutelig, maaistekig, maaisteek). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
worst worst: wors (Reuver) worst III-2-3
worstelen worstelen: worsele (Reuver), worstele (Reuver, ... ) De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)] || worstelen [SGV (1914)] III-3-2
worstenbroodje worstenbroodje: Nieuwe [spelling]  worstebruedje (Reuver) Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)] III-2-3
wortel wortel: wǫrtǝl (Reuver) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: wortel (Reuver, ... ), WBD / WLD  wortel (Reuver) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel [SGV (1914)] III-4-3
wortelklomp van een struik kont: konjtj (Reuver) [N 27, 9c] I-8
worteltje moortjes: muurkes (Reuver) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] I-7