e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zedelijk slecht meisje loeder: loeder (Reuver), slet: sjlét (Reuver) een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)] III-2-2
zedenpreek donderpreek: donderpraek (Reuver) Een zedenpreek, vermanende zedenles, sermoen. [N 96B (1989)] III-3-3
zedig oppassend: oppassənt (Reuver), zedig: zedig (Reuver), zeedig (Reuver) Zedig. [N 96D (1989)] || zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-3
zedigheid zedigheid: zedigheid (Reuver), zeedigheid (Reuver) Zedigheid. [N 96D (1989)] III-3-3
zeef zeef: zeef (Reuver, ... ) zeef [SGV (1914)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1
zeef van de aardappelsorteermachine, algemeen zeef: zēf (Reuver) In dit lemma staan de algemene benamingen voor de zeef in de sorteermachine bijeen. Voor zover er (lexicaal onderscheiden) aparte benamingen zijn voor de specifieke zeven, zijn deze in de drie volgende lemmata verwerkt. Vaak is het meervoud opgegeven: de zeven van de sorteermachine. [N 12, 34d] I-5
zeemlap zeem: ziĕam (Reuver) zeem (leder) [SGV (1914)] III-2-1
zeepsop loog: louf (Reuver), sop: sop (Reuver) sop [SGV (1914)] || zeepsop [SGV (1914)] III-2-1
zeer blij blij: blīē (Reuver), erg blij: erg blie (Reuver) zeer blij [frut] [N 85 (1981)] III-1-4
zeer grote aardappelen dikke patatten: dikǝ pǝtatǝ (Reuver), knobben: knȳp (Reuver) Voor de fonetische documentatie van het woord aardappelen, zie het lemma Aardappel. [N 12, 4; JG 1a; monogr.] I-5