e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reuver

Overzicht

Gevonden: 5384
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwabber dweil: dweͅi̯əl (Reuver), zwabber: sjwabber (Reuver) Dweil aan een steel gebonden (zwabber, dweil, aftrekker) [N 79 (1979)] || zwabber (scheepsdweil) [SGV (1914)] III-2-1
zwachtel windel: winjel (Reuver), winjəl (Reuver) Zwachtel: lange, smalle strook dun linnen of verbandgaas bijv. voor het verbinden van een wond (windel, vees). [N 84 (1981)] III-1-2
zwager schoonbroer: sjoonbroor (Reuver), zwager: neen  sjwògər (Reuver) schoonbroeder [SGV (1914)] || zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)] III-2-2
zwak en mager persoon ozelaar: oozeléér (Reuver) Slecht groeien, gezegd van een kind (kooieren). [N 84 (1981)] III-1-1
zwak, ongezond teer: tier (Reuver), tīēər (Reuver), week: weik (Reuver), zwak: sjaak (Reuver), zjwààk (Reuver) Zwak: niet sterk, met weinig weerstand (fijn, krank, week, zwak). [N 84 (1981)] III-1-2
zwak, slap niet sterk: neet sjtérk (Reuver), zwak: sjwaak (Reuver), sjwāāk (Reuver), šwāk (Reuver), zjwaak (Reuver) zwak [DC 02 (1932)] || Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)] III-1-1
zwaluwstaart staart: sjtert (Reuver, ... ) de staart van zwaluwachtige vogels [N 83 (1981)] III-4-1
zwart pak zwart pak: sjwart pak (Reuver), zjwart pak (Reuver) pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] || zwarte pak, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 59 (1973)] III-1-3
zwarte bladluis meel: meele (Reuver) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] III-4-2
zwarte gebreide dameskous zwarte hoos: sjwarte haose (Reuver) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3