23694 |
de portiuncula-aflaat verdienen |
portiunculen:
pesjonkele (L299p Reuver)
|
De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23290 |
de roepen krijgen |
de roepen krijgen:
de rope kriege (L299p Reuver),
in de roepen zijn:
in de reupe (L299p Reuver)
|
De roepen krijgen, afgeroepen worden in de kerk, "onder de geboden staan", "onder de roepen zijn", "in de roepen gaan". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23723 |
de rozenkrans bidden bij een overledene |
drie rozenkrans beden:
3 rooezekrens baeje (L299p Reuver)
|
De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
31859 |
de schaaf afstellen |
afstellen:
āfštęlǝ (L299p Reuver),
stellen:
štęlǝ (L299p Reuver)
|
De onderdelen van de schaaf zo instellen, dat er gewerkt mee kan worden. Het belangrijkste hierbij is het juist aanbrengen van de schaaf- en de keerbeitel in de schaafbek. [N 53, 111a]
II-12
|
31861 |
de schaaf fijner afstellen |
fijner zetten:
fīnǝr zętǝ (L299p Reuver)
|
De schaafbeitel minder ver door de zool laten uitsteken, zodat er bij het schaven minder hout wordt weggehaald. [N 53, 111c]
II-12
|
31860 |
de schaaf grover afstellen |
grover zetten:
grǭvǝr zętǝ (L299p Reuver)
|
De schaafbeitel verder door de zool laten uitsteken, zodat er bij het schaven meer hout wordt weggehaald. [N 53, 111b]
II-12
|
31898 |
de scherpe kanten afschuren |
kantjes breken:
kɛntjǝs˱ brē̜kǝ (L299p Reuver)
|
De scherpe kanten van bijvoorbeeld een plank door schuren afronden. Daardoor kan men zich minder snel aan het hout bezeren en is er een kleinere kans op beschadigingen. [N 53, 155d; N 53, 237d]
II-12
|
34626 |
de stortkar doen achteroverslaan |
opslaan:
opšlǭn (L299p Reuver)
|
De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88]
I-13
|
18062 |
de stuipen hebben |
stuiptrekken:
sjtuuptrekke (L299p Reuver),
sjtūūp trekkə (L299p Reuver)
|
stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19859 |
de tafel dekken |
klaarmaken:
kláór makən (L299p Reuver),
tafel dekken:
taofel dekke (L299p Reuver)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|