17918 |
krabben |
scheren:
šērǝ (Q175p Riemst)
|
Met een krabber of andere hulpmiddelen de geweekte varkensharen verwijderen. Door het krabben wordt een zeer dun laagje van de opperhuid eveneens verwijderd. [N 28, 27; monogr.]
II-1
|
21342 |
krant |
gazet (<fr.):
gezêt (Q175p Riemst)
|
krant [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
ook in ZND 28, 048
krēēf (Q175p Riemst)
|
kreeft [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
20707 |
krentenbrood |
krentenbrood:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krēntebroot (Q175p Riemst)
|
krentenbrood [ZND 28 (1938)]
III-2-3
|
18224 |
kreukel |
kronkel:
kreunkel (Q175p Riemst),
valse plooi:
vaalse plooi (Q175p Riemst)
|
Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18223 |
kreukelen |
kronkelen:
het kreunkelt (Q175p Riemst)
|
Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)]
III-1-3
|
17994 |
kreunen van de pijn |
keken:
kek (Q175p Riemst)
|
hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
33831 |
kribbebijter |
kribbebijter:
krøbǝbī.tǝr (Q175p Riemst)
|
Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52]
I-9
|
22351 |
krijgertje spelen |
katje vangen:
/
ketsche vangen (Q175p Riemst)
|
katje vangen [SND (2006)]
III-3-2
|
22701 |
kruidwis wijden |
{ja}:
ja
/ (Q175p Riemst)
|
Bestaat (bestond?) het gebruik op die dag een kruidwis te wijden? [ZND 17 (1935)]
III-3-2
|