e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q175p plaats=Riemst

Overzicht

Gevonden: 1310
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mond mond: groote moond (Riemst), groote moont (Riemst) een grote mond [ZND 31 (1939)] III-1-1
mondvol bof: (ne) boef (Riemst) hap (mondvol) (afbijten) [ZND 32 (1939)] III-4-4
monnik pater (lat.): poâter (Riemst) Een monnik. [ZND 31 (1939)] III-3-3
mosterd mosterd: mosset (Riemst) mosterd [ZND 31 (1939)] III-2-3
mot mot: ook in ZND 31, 038  mot (Riemst) mot [ZND 01 (1922)] III-4-2
motregenen, licht regenen zeveren: puntjes staan telkens onder de o  zø̄.vərə, tsø̄.vərt (Riemst) Motregenen. Vertaal in uw dialect: motregenen, het motregent (regenen met heel fijne druppels). [ZND 49 (1958)] III-4-4
mouw mouw: 2 mawe (Riemst), moauw (Riemst), twee moauwen (Riemst), ui = kort  maw, muike (Riemst) een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)] III-1-3
muil muil: mǫi̯l (Riemst) Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b] I-9
muilband kopband: kop˱bã.nt (Riemst) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11
muizen muizen: mouze (Riemst), muizen vangen: muus vangen (Riemst) de katten muizen [ZND 31 (1939)] III-2-1