23311 |
lof |
lof:
tluf (Q168a Rijkhoven)
|
het lof [RND]
III-3-3
|
21596 |
loop van een geweer |
loop:
de leup van e gewaīer (Q168a Rijkhoven),
in t Franse aire
de leup van e gewaire (Q168a Rijkhoven)
|
De loop van een geweer [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
scheut:
scheut (Q168a Rijkhoven),
spruit:
sprooit (Q168a Rijkhoven)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
loopen (Q168a Rijkhoven),
lō.pǝ (Q168a Rijkhoven)
|
lopen [ZND 25 (1937)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
22044 |
lopend snot |
snot:
snot (Q168a Rijkhoven)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: besmetting van ademhalingswegen met afscheiding van etter en snot uit bek, neus en ogen (lopend snot)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22135 |
loper (boodschapper) |
loper:
leuper (Q168a Rijkhoven)
|
Vroeger (19e eeuw) werd iedere aankomst door een boodschapper gemeld. Hoe heette die? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22109 |
losplaats |
losplak:
losplak (Q168a Rijkhoven)
|
de plaats waar de duiven gelost worden (losplaats, lossingsplaats of dergelijke, dus niet de naam van een stad invullen)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18918 |
lui |
lui:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
leü (Q168a Rijkhoven),
te leu dat’er hik (Q168a Rijkhoven),
te leu dat’m de zon besjijnt (Q168a Rijkhoven),
zo leu as nen hond (Q168a Rijkhoven)
|
lui, traag [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21346 |
lui (lieden) |
lui:
feel lij (Q168a Rijkhoven),
lae: (Q168a Rijkhoven),
lēͅ (Q168a Rijkhoven),
reièke lij (Q168a Rijkhoven),
mensen:
minsən (Q168a Rijkhoven)
|
mensen [RND] || Rijke lieden [ZND 30 (1939)] || volk [RND]
III-3-1
|
18878 |
luid schreien |
janken:
ook materiaal znd 28, 53
janken (Q168a Rijkhoven),
keken:
ook materiaal znd 28, 53 è als in Genève
kèken (Q168a Rijkhoven),
krijten:
ook materiaal znd 28, 53
kreten (Q168a Rijkhoven),
krēten (Q168a Rijkhoven, ...
Q168a Rijkhoven)
|
luid schreien, krijten [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|