e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rijkhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
varkensvet varkensvet: vá.rkəsfeͅt (Rijkhoven) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
vaste uitwerpselen keutelen: ki̯øtǝlǝ (Rijkhoven) Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11
vastenavond vastelavond: vestəluuvət (Rijkhoven) vastenavond [RND] III-3-2
vazelzeug vazelzeug: vazelzeug (Rijkhoven) Zeug die men in de wei laat lopen, zonder ze te willen vetmesten of voor de fok te gebruiken. Volgens de informant van Q 158a wordt dit varken in reserve gehouden als fokzeug. Het WNT (XVIII p. 956 s.v. vazelvarken) geeft als eerste betekenis "fokvarken" en als tweede "mager varken". Een vazelvarken wordt ook wel met opzet schraal gevoerd om het voor het fokken te gebruiken, naderhand ook om het gedurende de winter in leven te houden en dan tegen het voorjaar te gaan mesten (z. WNT XVIII p. 952 s.v. vazel III 3). [JG 1c, 1d, 2c; NE 2.I.8; N C, Q 111 add.; monogr.] I-12
vechten vechten: va:xtn (Rijkhoven) Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] III-3-1
vechthaan soorthaan: sorthǭnǝ (Rijkhoven) Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
vee beesten: bēstn (Rijkhoven) Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.] I-11
veearts paardsmeester: pi̯otsmē.stǝr (Rijkhoven) [JG 1a, 1b; Vld.; monogr.] I-11
veevoer verzamelen roppen: rø̄.pǝ (Rijkhoven) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
vel op melk lies: ook mat. van ZND 14, vr. 23  li‧s (Rijkhoven) velletje op melk [ZND 06 (1924)] III-2-3