e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rijkhoven

Overzicht

Gevonden: 1758
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte kwikstaart akkermannetje: akkermenke (Rijkhoven, ... ), kwikstaart: kwikstat (Rijkhoven, ... ) kwikstaart [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
wolfsgebit, gebroken gebit stang: staŋ (Rijkhoven  [(boog)]  ) Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43] I-10
wonde wonde: dij wond zal etter geven (Rijkhoven), won (Rijkhoven) Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] || een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
woord woord: wuotə (Rijkhoven) woord [RND] III-3-1
wortel wortel: wǫ.tǝl (Rijkhoven) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
worteltje molpenstaarten: moͅ.lpəsteͅt (Rijkhoven) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7
wreef wreef: wrief (Rijkhoven, ... ) de wreef (het gedeelte waar het voorste van het been in de voet overgaat) [ZND 29 (1938)] III-1-1
wrijven wrijven: wrefen (Rijkhoven) wrijven [ZND 25 (1937)] III-1-2
wringen wringen: wrengen (Rijkhoven) wringen [ZND 25 (1937)] III-1-2
wroeten wroelen: vrylǝ (Rijkhoven) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] I-12