e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rijkhoven

Overzicht

Gevonden: 1758
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bretel help: heulpen (Rijkhoven) draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)] III-1-3
brief brief: bri:f (Rijkhoven) brief [RND] III-3-1
briesen blazen: bluɛ.zǝ (Rijkhoven), pruisen: prō.sǝ (Rijkhoven) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
broeden broeden: bruun (Rijkhoven) Hoe heet verder: broeden? [N 93 (1983)] III-3-2
broeden, op eieren zitten broeden: brȳ (Rijkhoven) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedhen hen die broedt: hin dę bryt (Rijkhoven) Kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [N 19, 59; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
broedhokje broedbak: brubak (Rijkhoven) Hoe heet verder: broedhokje, broedvak? [N 93 (1983)] III-3-2
broedschotel nestschotel: néssheutel (Rijkhoven) Hoe heet verder: aarden schotel dienend als nest? [N 93 (1983)] III-3-2
broek broek: bruk (Rijkhoven) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek: algemeen broek: broek (Rijkhoven), broek (ABN) (Rijkhoven) Broek. Hoe is de juiste uitspraak van het woord broek (kledingstuk) ? [ZND 47 (1950)] III-1-3