id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
17908 | dompelen | in het water steken: en woter steken (Rijkhoven, ... ), in woter steken (Rijkhoven) | (in het water) dompelen [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || ge moet het doekje in t water dompelen [ZND 23 (1937)] III-1-2, III-4-4 |
25121 | donderwolk | onweerswolk: onwaireswolk (Rijkhoven) | donderwolk [ZND 33 (1940)] III-4-4 |
25118 | donderx | donder: donner (Rijkhoven, ... ) | donder [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4 |
25021 | donker, duisterx | donker: donker (Rijkhoven) | (`t is hier) donker [ZND 23 (1937)] III-4-4 |
24138 | dons, nestveren | stoppelen: naast de vraag? doorgaans zijn dit de eerste opkomende veertjes, niet de haren. stoppelea (Rijkhoven) | dons [ZND 35 (1941)] III-4-1 |
20324 | dood (bn.) | dood: dóót (Rijkhoven) | dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2 |
20192 | dood (zelfst.nw.) | dood: 1a-m; 23, 21 dood (Rijkhoven) | dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2 |
20197 | doodkist | zark: znd 33, 38; cf. WNT s.v. "zerk (I) - zark"1. kist waarin een dode wordt begraven zark (Rijkhoven) | een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2 |
20432 | doodskist | zerk: znd 33, 38; cf. WNT s.v. "zerk (I) - zark"1. kist waarin een dode wordt begraven zark (Rijkhoven) | Doodkist. [ZND 33 (1940)] III-3-3 |
17787 | doof | doof: he es zo doof as n ketel (Rijkhoven) | hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1 |