22113 |
duiven terugbrengen |
terugbrengen:
tereuggebraach (Q168a Rijkhoven)
|
de duiven terugbrengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21965 |
duivenhok |
duifhuis:
dō.vǝs (Q168a Rijkhoven),
duivenkot:
douvekot (Q168a Rijkhoven),
duivenpolder:
den doovepoller (Q168a Rijkhoven),
douvepoller (Q168a Rijkhoven),
dō.vəpòlər (Q168a Rijkhoven),
dōvǝpǫlǝr (Q168a Rijkhoven),
duives:
dō.vəs (Q168a Rijkhoven)
|
Duivenhok. [Goossens 1b (1960)] || Hoe heet de woonplaats van de duif? [N 93 (1983)] || Hoe heten de standplaatsen van de verschillende huisdieren, namelijk het duivenhok? [ZND 38 (1942)] || Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker]
I-6, III-3-2
|
22156 |
duivenhok als een apart gebouw |
duivenpolder:
douvepoller (Q168a Rijkhoven)
|
een duivenhok als een apart gebouw? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22079 |
duivenhok op een zolder |
zolderkot:
zolderkot (Q168a Rijkhoven)
|
een duivenhok op een zolder? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21993 |
duivenklok |
klok:
klok (Q168a Rijkhoven),
klok endroge (Q168a Rijkhoven)
|
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)] || de klok van de speler? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22096 |
duivenkweker |
botti (<wa.):
botie (Q168a Rijkhoven)
|
een persoon die duiven houdt om te kweken en te verkopen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22014 |
duivenmand |
duivenkorf:
douvekorf (Q168a Rijkhoven)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een gewone duivenmand (bijv. om naar het inkorvingslokaal te gaan)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21970 |
duivenmelker |
duivenman:
douveman (Q168a Rijkhoven, ...
Q168a Rijkhoven)
|
een persoon die duiven houdt alleen voor zijn plezier? [N 93 (1983)] || Hoe heet de persoon die duiven houdt om aan wedstrijden deel te nemen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22090 |
duivenslag |
val:
va.l (Q168a Rijkhoven),
val (Q168a Rijkhoven),
và.l (Q168a Rijkhoven)
|
de inrichting met platform waarlangs de duiven het hok in- en uitgaan (pier, til)? [N 93 (1983)] || Duivenslag. [Goossens 1b (1960)] || Het platform op het dak of tegen de gevel vóór de toegang tot het duivenhok, waarop de duiven aanvliegen en neerstrijken. Doorgaans is het platform niet meer dan een plank, soms heeft het de vorm van een huisje met een dak. In een enkel geval is de betekenis van de opgegeven term beperkt tot het (getraliede) valdeurtje dat men kan verstellen voor in- en uitvliegen; deze gevallen zijn telkens in het lemma vermeld. In kaart 52 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie ook afbeelding 17 bij het lemma "duivenhok" (3.4.7). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 9b; monogr.]
I-6, III-3-2
|
24141 |
duivin, vrouwelijke duif |
zij:
zij (Q168a Rijkhoven)
|
duif, wijfje [ZND 39 (1942)]
III-4-1
|