33634 |
ijzeren haak aan de puthaak |
putklinger:
pø̄tkleŋər (Q168a Rijkhoven)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
22786 |
in een beek baden |
baden:
in n bjeek bauiën (Q168a Rijkhoven)
|
In een beek baden. [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
21985 |
in goede conditie (zijn) |
in vorm (zijn):
ze es en form (Q168a Rijkhoven)
|
Hoe zegt men van een duif: ze is in goede conditie? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25447 |
ingezouten |
ingezouten:
engǝzātǝn (Q168a Rijkhoven)
|
Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67]
II-1
|
34012 |
inhalen |
doorvaren:
dø̜.rvǭ.rǝ (Q168a Rijkhoven)
|
Gaan twee karren achter elkaar en gaat de laatste vlugger vooruit dan de eerste, dan zal ze haar voorganger inhalen. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33030 |
inkappen, eerste slagen maken met de zicht |
inslaan:
inslaan (Q168a Rijkhoven),
overkappen:
jø.vǝrkapǝ (Q168a Rijkhoven)
|
De eerste slagen met de zicht maken in een aan te maaien akker en tevens het uitvoeren van de "eerste fase" van de zichtbehandeling; zie de algemene toelichting van deze paragraaf. De terminologie wordt soms ook gebruikt voor het maken van de eerste gang voor de maaimachine; dit wordt uitdrukkelijk vermeld in K 316, L 270, 294, 320c, 355, 360, 372, 419, 420, 432, P 186, Q 99*, 121c, 197, 197a. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [maaien], zie het lemma ''maaien'' (3.1.1) en de klankkaart (kaart 7) in aflevering I.3. [N 15, 16j; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 23, 16.2; L 48, 32.2; Lu 1, 16.1a; monogr.; add. uit N 15, 16f]
I-4
|
21498 |
inkt |
inkt:
das bloon ink (Q168a Rijkhoven)
|
Blauwe inkt. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
26785 |
inkuilen |
in een kuil varen:
enǝ kǭǝl vǭ.rǝ (Q168a Rijkhoven),
inkuilen:
e.nkǭǝlǝ (Q168a Rijkhoven)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
33182 |
inleggen (in een voor) |
inleggen:
ē.nlęgǝ (Q168a Rijkhoven)
|
Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
22093 |
inrichting waarin de duiven zich kunnen wassen |
duivenbak:
douvebad (Q168a Rijkhoven)
|
een inrichting, meestal op de duivetil, waarin de duiven zich kunnen wassen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|