e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rijkhoven

Overzicht

Gevonden: 1758
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kletswijf langmuil: langmaul (Rijkhoven), langtong: langtong (Rijkhoven), zager: [mv.?, rk]  zougers (Rijkhoven) Hoe heet een vrouw die veel babbelt [ZND 27 1938)] III-3-1
kleurx kleur: kleuir (Rijkhoven, ... ), kleur (Rijkhoven, ... ) kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-4-4
klierziekte klieren: De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.  klieren (Rijkhoven, ... ) hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)] III-1-2
klimop wintergroen: -  wintergruun (Rijkhoven) klimop [ZND 36 (1941)] III-4-3
klomp klomp: klomp (Rijkhoven, ... ) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)] II-12, III-1-3
kloven kloven: Voor de handen.  kljeuven (Rijkhoven) hoe zegt gij als in de winter de huid van uw handen of uw aangezicht ruw worden, vooral bij noordenwind ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
kluit fom: foemen (Rijkhoven) bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)] III-2-1
kluit aarde klot: klǫt (Rijkhoven), klotsje: klø̄tšǝ (Rijkhoven) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knellen -omschr.-: dij schoen zin mich te ech (Rijkhoven), pitsen: pitsen (Rijkhoven) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen -omschr.-: dij schoen zin mich te ech (Rijkhoven), pitsen: pitsen (Rijkhoven) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3