e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
niet behouden weer willig: wēr welex (Riksingen) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11
niet gehalveerde poortvleugel poort: [poort] (Riksingen), slag: slǭx (Riksingen) Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.] I-6
niet meteen leegbloeden nog niet heel kapot: nǫx ni hēl kǝpǫt (Riksingen) Soms bloedt een varken niet meteen leeg. omdat het niet goed gestoken is. Gevraagd was naar een uitdrukking voor dit niet meteen leegbloeden. Dit heeft voor het lemma tot gevolg gehad, dat er verschillende grammaticale categorieën te weten werkwoorden, zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, voltooide deelwoorden en zinnetjes in voorkomen. Bij een aantal woordtypen is het varken het subject, bij andere is subject de slachter en bij de overige woordtypen is subject het bloed, de ader of het hart. Deze verdeling is in het lemma aangebracht. [N 28, 15; monogr.] II-1
nieuwjaar nieuwjaar: nauwjaor (Riksingen), nouwjōər (Riksingen) Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)] III-3-2
niezen niezen: nīzə (Riksingen) niezen [ZND 05 (1924)] III-1-2
nijdnagel nagelring: [x= <g>?, rk]  nø͂ͅxəlreͅnx (Riksingen) ik heb twee nijdnagels (bijwas langs de vingernagel; Fr. envie) [ZND 05 (1924)] III-1-2
nok vorst: viǝs (Riksingen) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
noten afslaan noten boken: neut boeëken (Riksingen) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
nylonkous nylonkous: nilo͂ͅkōsə (Riksingen) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes beetje: bitje (Riksingen), minuut: ēn mīny(3)̄t (Riksingen) een ogenblikje [ZND 04 (1924)] || even [ZND 34 (1940)] III-4-4