e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterlossing sloot: (mv.)  slø̄jtǝ (Riksingen) Greppel die men door een te ontginnen moeras graaft, om het water kwijt te raken. De opgaven bestrijken heel de provincies Limburg. [I, 61; N 27, 22] II-4
waterput waterput: woi̯tərpø̄t (Riksingen) [ZND 32 (1939)] I-7
waterspin waterspin: watərspen (Riksingen) waterspin [N 26 (1964)] III-4-2
weefkamer weefkamer: wiēfkǫmǝr (Riksingen) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7
weefsel, stof stof: stof (Riksingen) de stof (het goed) [ZND 07 (1924)] III-1-3
weekblad? illustratie (<fr.): illustrategezet (Riksingen) weekblad met veel prenten en fotos [ZND 36 (1941)] III-3-1
weer genezen weer op zijn stokken: wier op z`n stekke (Riksingen) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
weer naar het jaargetijde herfstweer: eͅrfsweͅər (Riksingen), opgang: #NAME?  opgaŋk (Riksingen), zomer: zōmər (Riksingen) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerlichten weerlichten: ət weͅərlixt (Riksingen) weerlicht waarvan men de eigenlijke straal niet ziet, oplichtend aan de horizon [zeebrand] [N 22 (1963)] III-4-4
weerlichtx weerlicht: wéérlicht (Riksingen), ps. letterlijk overgenomen.  wîrlî-ŋ (Riksingen) weerlichten [ZND 21 (1936)] III-4-4