e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Riksingen

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijspleet in de overrok maal: moͅul (Riksingen) zijspleet in de overrok waarlangs men bij de zak of tas in de onderrok kan komen [snijdersgat, schreursgat, sjeursloak] [N 24 (1964)] III-1-3
zijwortel wortelen: woͅtələ (Riksingen) (dwars)wortels van een boom [N 27 (1965)] III-4-3
zingen zingen: zenge (Riksingen) III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)] III-3-2
zitbank bank: baŋk (Riksingen) op het eind van de bank [ZND 34 (1940)] III-2-1
zitvlak van een broek bodem: bojəm (Riksingen), kont: kont (Riksingen) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zo arm als ... zo arm als de straat: hei is zoo erm as de stroït (Riksingen) Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)] III-3-1
zo eenvoudig als ... zo klaar als pompwater: zoo klaor as pompwater (Riksingen), zo simpel als het groot is: das zoo simpel at het groot es (Riksingen) Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)] III-1-4
zolder zoller: zoͅlər (Riksingen) zolder [ZND 27 (1938)] III-2-1
zolder boven de dorsvloer oversprong: i̯ø̄ ̞vǝrspro.ŋk (Riksingen), i̯ø̄ ̞vǝrsprǫ.ŋk (Riksingen) De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32] I-6
zolderkamer zolderkamer: zoͅlərkōͅmər (Riksingen), zolderkamertje: soͅlərkøͅmərkə (Riksingen) zolderkamer [N 05A (1964)], [ZND m] III-2-1