18360 |
zijspleet in de overrok |
maal:
moͅul (Q158p Riksingen)
|
zijspleet in de overrok waarlangs men bij de zak of tas in de onderrok kan komen [snijdersgat, schreursgat, sjeursloak] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24851 |
zijwortel |
wortelen:
woͅtələ (Q158p Riksingen)
|
(dwars)wortels van een boom [N 27 (1965)]
III-4-3
|
22771 |
zingen |
zingen:
zenge (Q158p Riksingen)
|
III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)]
III-3-2
|
19680 |
zitbank |
bank:
baŋk (Q158p Riksingen)
|
op het eind van de bank [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
18198 |
zitvlak van een broek |
bodem:
bojəm (Q158p Riksingen),
kont:
kont (Q158p Riksingen)
|
zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21572 |
zo arm als ... |
zo arm als de straat:
hei is zoo erm as de stroït (Q158p Riksingen)
|
Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
19240 |
zo eenvoudig als ... |
zo klaar als pompwater:
zoo klaor as pompwater (Q158p Riksingen),
zo simpel als het groot is:
das zoo simpel at het groot es (Q158p Riksingen)
|
Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
19719 |
zolder |
zoller:
zoͅlər (Q158p Riksingen)
|
zolder [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|
33426 |
zolder boven de dorsvloer |
oversprong:
i̯ø̄ ̞vǝrspro.ŋk (Q158p Riksingen),
i̯ø̄ ̞vǝrsprǫ.ŋk (Q158p Riksingen)
|
De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32]
I-6
|
19491 |
zolderkamer |
zolderkamer:
zoͅlərkōͅmər (Q158p Riksingen),
zolderkamertje:
soͅlərkøͅmərkə (Q158p Riksingen)
|
zolderkamer [N 05A (1964)], [ZND m]
III-2-1
|