21568 |
eerder te weinig dan te veel gemeten |
kreeg gemeten:
das mer kreeg gemaiten (Q158p Riksingen)
|
Hoe zegt men als een winkelier eerder te weinig dan te veel meet of weegt? Vertaal: Dat is ... gemeten, gewogen. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
23253 |
eerste luiden voor de mis |
luiden:
⁄t led (Q158p Riksingen)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de eerste maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
21564 |
eerste opbod |
eerste hoog:
joste heug (Q158p Riksingen)
|
Eerste opbod bij een openbare verkoping. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
33709 |
egaliseren |
schoepen:
šupǝ (Q158p Riksingen)
|
De grond met de schop egaliseren, al spittend gelijkmaken. [N 27, 11]
I-8
|
34536 |
ei zonder schaal |
liesei:
līsē (Q158p Riksingen)
|
Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.]
I-12
|
20526 |
eierkoek |
eierkoek:
eerkoek (Q158p Riksingen)
|
eierkoek [ZND 34 (1940)]
III-2-3
|
24478 |
eik |
eikenboom:
eekeboom (Q158p Riksingen)
|
eikenboom [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
24479 |
eikel |
eikel:
eikel (Q158p Riksingen)
|
eikel [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
24142 |
ekster |
ekster:
eͅkstr (Q158p Riksingen)
|
ekster [ZND 01 (1922)]
III-4-1
|
18112 |
eksteroog |
eksteroog:
eksteraug (Q158p Riksingen)
|
eksteroog (op de tenen, fr. cor) [ZND 19 (1936)]
III-1-2
|