18258 |
hoge hoed |
buis:
by(3)̄s (Q158p Riksingen)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-1-3
|
20448 |
hoge hoed bij begrafenis |
buis:
by(3)̄s (Q158p Riksingen)
|
hoed, hoge ~, gedragen bij rouwgelegenheden [N 25 (1964)]
III-2-2
|
32445 |
hoge klomp |
holleblok:
hǫlǝblǫk (Q158p Riksingen)
|
Klomp met een hoge en lange, tot boven de wreef doorlopende kap. De klompopening sluit bij dit type klompen goed om de voet zodat er geen klompenriem nodig is. Zie ook afb. 259. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ. De kapklomp die in en rond Venray (L 210) bekend was, was een luxe hoge klomp die versierd was met koperen spijkers. Hij was volgens het Venrays woordenboek (pag. 227), ondanks de hoge kap toch van een leren band voorzien en werd op zondag gedragen.' [N 24, 70b; monogr.]
II-12
|
18376 |
hoge klomp? |
holleblok:
WNT: holleblok, zie holblok.
holəblok (Q158p Riksingen)
|
klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18628 |
hoge pet met opstaand bovenstuk |
hoge zijden:
hōgə zeͅiə (Q158p Riksingen)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het hoge model {afb} [hoge zeje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18352 |
hoge rijgschoen |
rijgschoen:
räxšyn (Q158p Riksingen)
|
rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18350 |
hoge schoen met elastieken tussenstukken |
elastieken schoen:
elastikə šyn (Q158p Riksingen)
|
schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24324 |
hommel |
hommel:
ook in ZND 01, a-m
hoemel (Q158p Riksingen)
|
hommel [ZND 27 (1938)]
III-4-2
|
25062 |
homp, brok, klont |
klot:
klot (Q158p Riksingen)
|
kluit [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
19784 |
hond |
hond:
hond (Q158p Riksingen)
|
hond [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|